Een lieffelijke galm, slaat Insma op haar luijt;
Maar als Zij kweelt van Koertens fenixschaaren,
Dan blijkt haar liefde, en Zucht gegroeijt door veele jaaren,
Die nimmer door een damp van onmin, is gesluijt.
Ongepubliceerd gedichtje op het portret van Insma in het album van Michiel de Roode (thans in de Erfgoed Bibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen)