Als oudste zoon van Peeter Heyns (1537-1598) leek Zacharias (1566-1630) wel voorbestemd voor het onderwijs. Hij koos echter voor een carrière als uitgever en kreeg een opleiding bij Plantijn en Moretus. Hij vestigde zich als internationaal uitgever en boekhandelaar in Amsterdam en gaf er als eerste een humanistisch werk uit. Hij drukte niet zelf, maar werkte met een hele reeks drukkers samen. Zijn uitgeversmerk met de drie hoofddeugden was voor alle gezindten aanvaardbaar. In 1606 verhuisde hij naar Zwolle, waar hij meer tijd had om zich met literatuur bezig te houden.
Al van in het begin was het duidelijk dat hij zijn fonds zeer bewust samenstelde. Door zelf vertalingen te maken van werken waarvan hij vermoedde dat ze ook bij een Nederlands publiek succes zouden kennen, kon hij snel inspelen op veranderende modes. Hij aarzelde niet om boeken aan te passen of bij te werken voor zijn publiek. Zijn eerste editie was een eigen vertaling van een dialoog van Erasmus over het huwelijk, maar hij vertaalde en bewerkte ook de eerste zakatlas en het eerste kostuumboekje in Nederland, het verhaal van een mislukte maar avontuurlijke ontdekkingsreis naar de Straat van Magalhaes, emblemata van Rollenhagen, Indische fabels, een Frans werk over krijgskunde en het zeer populaire encyclopedische scheppingsepos De Weke van de Franse dichter Guillaume de Salluste du Bartas (1544-1590). De Tweede Weke, die Du Bartas nooit had afgemaakt, vulde hij aan met teksten van andere auteurs.
In 1621 schreef Vondel bij het portret van Zacharias, dat opgenomen was in de tweede editie van De Weke:
Aldus aenschoud hy ’t licht en gaet onse Eeuw verçieren,
En bergd syn Godlyck breyn in heylige Laurieren,
Die in syn Rymen vloeyd gelyck een gulde Beeck,
En volgt SALUSTIUS in d’een en d’ander Weeck.
Zacharias beperkte zich niet tot vertalen en bewerken. Als stichter van de Amsterdamse rederijkerskamer Het Wit Lavendel schreef hij zelf de teksten voor de rederijkerswedstrijd in Haarlem in 1606, waarvan hij in 1607 het verslag publiceerde onder de titel Const-thoonende Juweel. In 1616 trad hij in Vlaardingen op als factor van de Roo Roosen van Schiedam. Hij maakte ook enkele bundels met realistische emblemata, een emblematisch-allegorisch reisverhaal en een uitvoerig lofdicht op de verovering van ’s Hertogenbosch.
Verder lezen
Hubert Meeus, 1995. ‘Zacharias Heyns. Een ‘drucker’ die nooit drukte.’ De Gulden Passer 73.