MENU
Door Harry de Raad en Barbara Jensen

Simon Eikelenberg

Een Alkmaarse ‘homo universalis'

Simon Eikelenberg (1663-1738) was een Alkmaarse borstelverkoper, opzichter van publieke werken, dichter, kunstschilder en bovenal geschiedkundige. Hij leerde het vak van borstel-boendermaker van zijn vader en verdiende van 1688 tot 1700 de kost in zijn eigen winkel in borstelwaren. Hij was een typische autodidact; in zijn vrije tijd verdiepte hij zich in de dichtkunst, schilderkunst, wiskunde, natuurwetenschappen, geschiedenis, filosofie en theologie. Toen de klandizie van de winkel terugliep, verzette Eikelenberg de bakens en begon, na een tijdje met weinig succes te hebben gehandeld in bloembollen, aan een evenmin succesvolle loopbaan als kunstschilder. Het schilderen ging hem goed af, maar er werd te weinig verkocht om er van te leven. Aan deze periode van ernstig financiële misère kwam in 1703 een einde, toen hij een aanstelling wist te verwerven als opzichter van publieke werken bij het stadsbestuur. Vanaf dat moment was hij verzekerd van een vast inkomen.

Nadat het stadsbestuur hem in 1712 het uitsluitende recht had verleend om over de geschiedenis van de stad een boek te schrijven, legde Eikelenberg zich helemaal toe op de geschiedschrijving van Alkmaar en regio. In zijn historische werken toonde hij zich een moderne, kritische geschiedschrijver. In 1714 verscheen van zijn hand een boek over de vroege historie van West-Friesland en Alkmaar, waarin hij de mythe van de West-Friese stad Vrone als voorganger van Alkmaar, ontmantelde: Gedaente en gesteltheid van Westvriesland voor de jaare MCCC, en teffens den ondergang van het dorp Vrone, aantoonende dat de gemeene vertelling (…) niet anders is dan een verdigtzel (…). In 1732 droeg hij zorg voor de uitgave van de abtenkroniek van het klooster van Egmond, onder de titel Kronyk van Egmond, of jaarboeken van de vorstelyke abten van Egmond. Van wat zijn hoofdwerk moest worden, Alkmaar en zyne geschiedenissen, kwam alleen het eerste deel gereed, waarin de stadsgeschiedenis tot 1343 werd beschreven. Het boek verscheen in 1739, een jaar na zijn dood. Aan de hand van Eikelenbergs aantekeningen en verzamelde bronnen, publiceerde Gijsbert Boomkamp (ca. 1712-1785) in 1747 een vervolg onder de titel Alkmaer en deszelfs geschiedenissen (…). Een dichtwerk van Eikelenbergs hand over het beleg van Alkmaar, onder de titel Alkmaer Ontzet, of blyde dageraat van den VIII van wynmaandt MDLXXIII, is afgedrukt in bovengenoemd werk van Boomkamp.

Eikelenberg liet een lijvige hoeveelheid archivalia na. Veel hiervan is bewaard gebleven en bevindt zich nu bij het Regionaal Archief in Alkmaar in de Collectie Aanwinsten. Naast de geschiedbronnen bevat de collectie een aanzet tot een ambitieus werk over de schilderkunst. Eikelenberg vulde bijna duizend bladzijden met aantekeningen voor dit boek, maar het is nooit gereed gekomen. Ook zijn er veel persoonlijke documenten aanwezig, zoals brieven en zelfs autobiografische fragmenten. Ze leggen getuigenis af van Eikelenbergs worstelingen om een maatschappelijke loopbaan te combineren met het verdiepen van zijn culturele en intellectuele interesses.

Verder lezen

Thijs Hagendijk, 2019. ‘Unpacking Recipes and Communicating Experience: The Ervarenissen of Simon Eikelenberg (1663-1738) and the Art of Painting’. In: Early Science and Medicine, Vol. 24, number 3.

Thomas B. Roep, 1993. ‘Simon Eikelenberg (1663-1738) en de Rijnsburger collegianten te Alkmaar’. In: Doopsgezinde Bijdragen, nieuwe reeks 19 (1993) p. 131-147.

Simon Eikelenberg. Transcripties van diverse manuscripten op de website van het Regionaal Archief Alkmaar.

Terug naar de artikelen