MENU
Door Patrick van 't Hof

Matthijs Balen

Historyschrijver van Dordreght

In 1647 maakt de Dordtse touwverkoper en garenhandelaar Matthijs Balen (1611-1691) zijn literair debuut met een treurdicht op de dood van medicus Johan van Beverwijck. Vanaf dat moment maakt hij deel uit van de zogenoemde Dordtse Dichtschool. Dit dichtersnetwerk van overwegend jonge mannen en vrouwen uit de Merwestad hield zich voornamelijk met literatuur bezig om relaties met elkaar te onderhouden. De literaire productie van de Dordtse dichters omvat dan ook vooral gelegenheidswerk. Zo schrijft Balen bijvoorbeeld gedichten ter gelegenheid van de wonderbaarlijke genezing van de arts Bernardus Pandelaert (1648), bij het huwelijk van dichter en dijkgraaf Cornelis van Overstege (1649), en bij het overlijden van de dichteres Margaretha Mels (1682). Hij streeft echter ook serieuzere literaire ambities na: in 1677 brengt hij zijn Beschryvinge der stadt Dordrecht uit, waarmee hij veel lof oogst van zijn dichtende vrienden.

In de ruim 1400 pagina’s tellende Beschryvinge heeft Balen Dordrecht en de Dordtse geschiedenis tot in detail beschreven. Dergelijke werken werden vervaardigd om de voortreffelijkheid van de eigen woonplaats aan te tonen. Aan gevoelige onderwerpen uit het verleden, zoals de recente moord op de Dordtse gebroeders De Witt, besteedt Balen dan ook zo min mogelijk aandacht. Andere perioden stelde hij weer rooskleuriger voor dan zij geweest waren. Zo werd in 1672 de Prins van Oranje door de Dordtse Oudraad uitgenodigd om de verdediging van de stad te komen inspecteren. Balen citeert de officiële brief aan de Prins, maar het leek hem toch beter om achterwege te laten dat dit initiatief was ontsproten uit gewelddadige doodsbedreigingen van de oproerige bevolking aan het adres van de arme regenten.

Toen Balen zijn werk aanbood aan het stadsbestuur, heeft hij gevraagd of hijzelf of zijn zoon met een stadsambt vereerd kon worden. Dat verzoek is nooit gehonoreerd. Het is niettemin duidelijk zichtbaar dat Balen met zijn Beschryvinge een wit voetje bij het stadsbestuur probeerde te halen. Na het Rampjaar 1672 werden enkele Dordtse politici uit de gevestigde orde afgedankt en ontstond er ruimte voor nieuwe families. Balen heeft zijn best gedaan om zowel aan de oude garde als de nieuwkomers voldoende aandacht te schenken, opdat zij een prominente plek in de Dordtse geschiedenis kregen. Dat bewerkstelligde hij door een wapenkaart toe te voegen met daarop de namen van alle regeerders die op dat moment in de Dordtse Oudraad zaten. Ook voegde hij de stambomen toe van alle oude, belangrijke geslachten van Dordrecht. Zijn eigen familie rekende Balen daar ook onder; zijn stamboom is helemaal achterin de Beschryvinge te vinden.

Samuel van Hoogstraten, een vriend en aangetrouwd familielid van Matthijs Balen, beweert in zijn onderschrift bij Balens auteursportret dat de Beschryvinge een werk is met ‘een Stof die Duijzent Jaer kan dueren.’ Of die uitspraak profetisch is, moet nog blijken. In ieder geval is Balens Beschryvinge 339 jaar na publicatie nog altijd een zeer belangrijke bron voor iedereen die zich op het Dordtse verleden wil storten.

 

Verder lezen

Alleblas, J. 2003-2006, ‘Matthijs Balen, historyschrijver van Dordreght’. In: Artikelen uit Lifestyle Dordrecht over bekende Dordtenaren en bijdragen voor het Kunststukje van de Week in Dagblad De Dordtenaar. Regionaal Archief Dordrecht, Inv.nr. 34231.

Thissen, P. 1997, ‘Geletterde doopsgezinden in Dordrecht in de zeventiende eeuw’. In: Doopsgezinde bijdragen, nieuwe reeks 23.

Terug naar de artikelen