De innovatieve Gentse boekdrukker Joos Lambrecht (1491-1556/1557) steunde de hervorming en voegde de daad bij het woord: hij drukte verschillende verboden boeken en werd hiervoor in 1545 beboet. Ook als drukker maakte hij soms revolutionaire keuzes: zo gaf hij in 1539 het eerste Gentse boek uit dat gedrukt was met een romeinse letter, min of meer het schrift dat we nu gebruiken. Tot dan gebruikte men de gotische of ‘bastaertsche’ letter. Zijn initiatief kreeg geen bijval en in latere publicaties viel hij weer terug op het gotische schrift. Het duurde nog tot eind achttiende eeuw voordat in het onderwijs de gotische letter werd afgeschaft.
Lambrecht werkte niet alleen als drukker en typograaf, maar ook als onderwijzer. Al zijn kennis en vaardigheden combineerde hij in twee gezaghebbende publicaties: een woordenboek en een spellinggids. Het woordenboek, gepubliceerd in 1546, was het eerste vertaalwoordenboek in de Lage Landen van het Nederlands naar een moderne taal (het Frans). Voorin geeft Lambrechts zes nooit eerder geformuleerde spellingregels. Drie daarvan hanteren we nog steeds: de regel om klinkerbotsing te vermijden door een trema te plaatsen (memorië), de regel om de klemtoon in een woord weer te geven met behulp van een accent aigu (bevélen), en de regel om met een apostrof aan te geven dat een klinker is weggevallen (d’audst’oorconde ‘de oudste oorkonde’). Ook het consequente verschil tussen u en v is voor het eerst gemaakt door Lambrecht, zij het niet precies in de vorm zoals wij dat nu doen: Lambrecht spelde u als het ging om een klinker, en u met punt eronder of û als het ging om een medeklinker, waar we tegenwoordig kiezen voor v. Oudere auteurs kenden u en v alleen als vormvarianten die gebruikt werden voor zowel de v- als de u-klank. Op dezelfde manier maakte Lambrecht een onderscheid tussen i en j: j spelde hij als i met een punt eronder.
De spellinggids, de eerste in de Nederlandse taal, verscheen in 1550 en was bedoeld voor scholieren. Met de titel: Nederlandsche Spellijnghe, was Lambrecht de eerste die in een boektitel ‘Nederlands’ prefereerde boven het toen gebruikelijke ‘Nederduits’. Lambrecht wilde dat in alle Nederlandse dialecten dezelfde klank met hetzelfde letterteken werd weergegeven. Om het ideaal van één letter voor één klank te bereiken, introduceerde hij nieuwe tekens en lettercombinaties, zoals zoals ȩ en ɇ. Zo kwam hij op een veertigtal tekens voor alle klinkers en twee- en drieklanken. Deze nieuwe tekens vonden geen navolging, net zo min als zijn voorstel om het verschil tussen ou en au op te heffen en overal au te spellen. Wel is zijn voorstel om aa te spellen in plaats van het in zijn tijd gebruikelijke ae geaccepteerd – maar pas veel later.
Ook formuleerde Lambrecht nieuwe regels voor de interpunctie, waarbij hij onderscheid maakte tussen komma, dubbelepunt, punt, vraagteken, uitroepteken en ronde haakjes. Zo was Lambrecht ook de eerste die het uitroepteken genoemd heeft!
Verder lezen
W. Waterschoot, 1992. `De Gentse drukkers Joos Lambrecht en Jan Cauweel.’ De zeventiende eeuw 8.