Het persoonlijke motto van Jacob Heyblocq (1623-1690) ‘Ne tollar in altum, ut lapsu graviore ruam’ (Moge ik niet te hoog gaan, want dan val ik te hard) bevat een fraaie toespeling op de achternaam van de dichter. Heiers trekken een heiblok omhoog om het met kracht te laten neerkomen op de palen waarop Amsterdam gebouwd is. Als het te hoog opgetrokken wordt, gebeuren en ongelukken. Zo is dit motto een vrome persoonlijke aansporing tot bescheidenheid.
Geboren in Amsterdam werd Heyblocq van 1641 tot 1646 te Leiden opgeleid tot predikant. In Amsterdam was geen predikantenplaats vrij en in 1648 werd hij, vermoedelijk door bemiddeling van zijn vader Bernardus Heyblocq (c. 1597-1661), pedel van het Athenaeum Illustre, benoemd tot leraar aan de Latijnse school aan de Nieuwe Zijds.
De gegraveerde titel van Heyblocqs enige dichtbundel Farrago Latino-Belgica of Mengelmoes van Latijnsche en Duitsche gedichten. Gepast op allerhande gelegentheden en voorvallen (1662) toont centraal een heiblok (zie afbeelding). Rechts op de achtergrond staat een heistelling, terwijl links het gevleugelde paard Pegasus te zien is, symbool van de poëzie. Bovenaan is op een banderol het motto van Heyblocq te lezen. Op de voorgrond is rechts allerlei gereedschap afgebeeld en links pen en inkt, boeken en een zandloper. Het geheel verbeeldt Heyblocq als heier en dichter.
Dat heien moet natuurlijk figuurlijk worden opgevat. Als leraar en later rector van de Amsterdamse Latijnse school, eerst aan de Nieuwe Zijds en vanaf 1666 aan het Singel, gaf Heyblocq zijn leerlingen een fundament mee voor hun leven. Heyblocq schijnt een goede leraar te zijn geweest. Als dichter heeft hij echter geen naam gemaakt. Zijn naam leeft voort dankzij zijn album amicorum waarin hij bijdragen verzamelde van tal van beroemde stadgenoten, kunstenaars, geleerden, dichters en oud-leerlingen. Dit album is nu een van de schatten in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het bevat onder andere een tekening van Rembrandt en ook eigenhandig gedicht van Vondel, die ook varieert op Heyblocqs achternaam:
Jakob, pryst ghy eeuwigh werck,
Bouw geen huis, veel min een kerck
Op den veengront van elcks zin,
Want die gronden zacken in;
Schoon men hout noch Heiblocq spaer.
Veengront dreight u met gevaer.Bouw dan liever op een rots (…)
Verder lezen
Kees Thomassen and J.A. Gruys (red.), 1998. The Album Amicorum of Jacob Heyblocq, Introduction, Transcriptions, Paraphrases & Notes to the Facsimile.