MENU
Door Arnoud Visser

Florentius van Schoonhoven

De durf om wijs te zijn

Florens van Schoonhoven (1594-1648), die volgens de humanistische mode publiceerde onder de gelatiniseerde naam Florentius Schoonhovius, lijkt op het eerste gezicht een literaire eendagsvlieg. Hij schreef tijdens zijn studententijd in Leiden een bundel met Horatiaanse gedichten die nog voor zijn twintigste uitkwam bij Govert Basson (Poemata, Leiden 1613). Kort hierna publiceerde de Goudse uitgever Andries Burier nog zijn embleembundel (Emblemata partim moralia, partim etiam civilia, Gouda 1618). Maar daarna bleef het stil. Schoonhovius werkte als advocaat in Gouda en was enige tijd dijkgraaf van de Krimpenerwaard. Hij bekeerde zich waarschijnlijk halverwege de jaren 20 tot het katholicisme. Volgens de achttiende eeuwse stadshistoricus en priester Ignatius Walvis kwam dit vooral uit frustratie over “d’opgereze kerktwist tusschen Gommarus en Arminius” (Beschryving der stad Gouda, Gouda 1714, 312).

Ondanks de beperkte omvang van zijn werk is Schoonhovius om minstens twee redenen een interessante auteur. Ten eerste laten zijn emblemen zien hoe de klassieke oudheid concrete houvast bood in tijden van politieke en religieuze crisis. Vooral in de proza-commentaren bij zijn emblemen reageert Schoonhovius geregeld op de Bestandstwisten. Hij ziet een stoïsche houding als het beste medicijn tegen fanatisme en conflict. Onthechting in plaats van engagement, redelijkheid en standvastigheid in plaats van emoties: dat waren de waarden waarmee volgens hem een burgeroorlog in de Republiek kon worden voorkomen.

Met deze houding verraadt Schoonhovius’ werk meteen ook iets van de culturele invloed van de Leidse universiteit op de literatuur uit deze periode. Belangrijke leermeesters van Schoonhovius waren namelijk niet alleen auteurs als Seneca en Boethius, maar ook recentere vertegenwoordigers van het neo-stoïsche denken dat in Leiden werd onderwezen, zoals Justus Lipsius en Schoonhovius’ eigen leermeester Dominicus Baudius.

Schoonhovius’ werk, geïllustreerd met fraaie gravures, maakte indruk, zoals te zien is in herdrukken bij de beroemde Leidse uitgeversfirma Elzevier en Johannes Janssonius in Amsterdam (Leiden 1626; Amsterdam 1635 en 1648). In 1626 verscheen bij Elzevier bovendien een Nederlandstalige bewerking van het boek, van de hand van Jacob van Zevecote, de uit Gent afkomstige dichter die sinds hetzelfde jaar hoogleraar Retorica was in Harderwijk. Ook deze versie werd herdrukt (Amsterdam 1638).

Het portret van Schoonhovius in het Panpoeticon Batavum is gebaseerd op de gravure van de vierentwintigjarige schrijver dat zijn Emblemata siert. In het boek gaat dit vergezeld van het motto “Sapere aude”: durf wijs te zijn. Schoonhovius’ aanwezigheid in het Panpoeticon Batavum suggereert dat deze agenda ook in de achttiende eeuw nog steeds relevant gevonden werd.

Verder lezen

Paul H.A.M. Abels, 2006. `Goudana, een nieuwe artikelenreeks.’ Tidinge van die Goude 24.

K.A.E. Enenkel, 2009. `Schoonhoven, Florentius (1594-1648).’ In: Jan Bloemendal en Chris Heesakkers (eds.), Bio-bibliografie van Nederlandse Humanisten.

Terug naar de artikelen