MENU
Door Timothy De Paepe

Dirck Buysero

‘Een krachtig beschermer der dichters’ 

Slechts weinig zeventiende- en achttiende-eeuwse Nederlandse toneelteksten halen in de eeuwen na hun creatie nog regelmatig de scène. Wellicht de bekendste uitzondering is Vondels tragedie Gysbrecht van Aemstel die tot in 1968 bijna elk jaar in Amsterdam op de planken kwam. Minder bekend is het zangspel dat meestal als afsluiter werd gespeeld, De bruiloft van Kloris en Roosje (1707), geschreven door Dirck Buysero (1644-1708) en Jacob van Rijndorp. Ook Buysero’s De Ryswykse vredevreugd (1697), Venus en Adonis (s.d.), de Min- en Wijnstrijd (1697) en bovenal De vryadje van Cloris en Roosje (1688) waren populaire zangspelen. Met De triomfeerende min (1678), geschreven ter gelegenheid van de Vrede van Nijmegen en op muziek gezet door Carolus Hacquart, bedacht Buysero zelfs de eerste Nederlandstalige ‘opera’, hoewel het stuk nooit tijdens zijn leven werd opgevoerd (de eer van oudste opgevoerde opera valt te beurt aan Bacchus, Ceres en Venus (1686) van Lambert Bidloos jongere broer Govert, en Johan Schenck).

Gravure van de bruiloft van Kloris en Roosje (Rijksmuseum)
Gravure van de bruiloft van Kloris en Roosje (Rijksmuseum)

Dirck Buysero’s fascinatie voor theater groeide vooral vanuit liefhebberij en vrijetijdsbesteding. Hij werd in Den Haag geboren in een vooraanstaande en zeer welgestelde familie, studeerde rechten in Leiden en werd secretaris en raad van de stad Vlissingen en lid van de Admiraliteit van de Maas. Tegelijkertijd ontwikkelde hij een grote liefde voor literatuur en wist hij heel wat literaire vrienden rond zich te verzamelen. In 1671 droeg Vondel zelfs zijn Herscheppinge op aan Buysero, waarop die laatste hem met een duur cadeau bedankte. Vooral de dichter Joannes Antonides van der Goes was een goede vriend van Buysero en kon op zijn steun rekenen. Maar Buysero koesterde dus ook zelf literaire aspiraties. In 1670 verscheen zijn vertaling van Quinaults Astrate,  en in 1675 publiceerde hij zijn Harderszang. Vanaf De triomfeerende min ging zijn aandacht regelmatig uit naar muziektheater, waarvoor hij samenwerkte met componisten als Hacquart, Hendrik Anders en Servaas de Koning.

Alles tezamen schreef, bewerkte of vertaalde Buysero een vijftiental dramatische werken. In het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde besluiten de auteurs dat Buysero ‘meer een krachtig beschermer der dichters [was] dan een gelukkig beoefenaar hunner kunst’, maar dat doet deze veelzijdige man tekort.

Verder lezen

Dirck Buysero, 1929. De bruiloft van Kloris en Roosje, kluchtspel met zang en dans. Ed. H.C. Diferee.

Terug naar de artikelen