Roem van ons’ eeuw, by wie sal ick u vergelycken?
Sal ’t Sappho zyn? ô neen; die moet veer voor u wijcken,
Want hadse schoon u geest, zy had niet uwe handt,
Die u geen minder lof verkrijght als u verstant.
Sal ’t dan Arachne zyn, die wel so trots van herten
Op hare naey-kunst was, dat sy dorst Pallas terten?
Neen; dese noch veel min het by u halen ken,
Want had zy uwe naelt, zy had niet uwe pen.
Wel aen begaefde Maeght, laet uwe wyse Dichten,
So wel als uwe kunst, voor al de wereld lichten:
Op dat, so wiese lees, u oordeel; ’t eenigh een,
Een yeder ongelijck, sich selfs gelijck alleen.
Johan Van Heemskerck (1622), ‘Eer-dicht, Ghesonden aen Ionck-Vrouw Anna Roemer Visschers, als zy my met hare Sinne-Poppen begift had.’ Uit: Pvb. Ovidii Nasonis Minne-kunst.
Het portret dat van Anna Roemersdochter Visscher in het Panpoëticon Batavûm was opgenomen, is (vooralsnog) niet gevonden. Dit moderne alternatief werd gemaakt door illustrator en beeldend kunstenaar Gerard Vroon.