Op de Afbeelding van den heere Arnold Moonen.
Dit ’s Godts Orakeltolk, de Kunstgeleerde Moonen;
Wiens toonen rijzen, als een schoonste dageraet,
In Herderszangen; daar de Kunst verstomt voor staat!
Dus vlecht dees Theokrijt zichzelven lauwerkroonen.
Zijn zang verrukt elks oor door ’t hemelsch maatgeluit.
Dus dooft dees Kunstzon ’t licht der mindre starren uit.
Joan Vermeulen (1739), Arnoud van Halen’s Pan Poëticon Batavûm verheerlijkt, 191.