MENU

Pieter Cornelisz. Hooft

Drost van Muiden, geschiedschrijver en dichter

Amsterdam 1581 – Den Haag 1647
Schilder
Arnoud van Halen, verbeterd door Jan Maurits Quinkhard
Datering
(1700 – 1720) en (1735) ('Afbeeldsel noch eens na t Origineel van Papenbroek bij Quinkh Ao 1735')
Vindplaats
Panpoëticon-portret in 2010 verkocht door Ketterer Kunst, München; huidige verblijfplaats onbekend

Dus ziet men Hooft, het hooft der schryvers en Poëeten:
Maar ’t oordeel, ryk van geest, wordt door hem zelf gemaalt.
Apols vernuft is door Apels niet af te meeten.
Staat-nutte schranderheidt wordt door geen verf bepaalt.
Zyn geesten vliegen op de vleugels van zyn pennen,
En baanen hem een spoor, om naar ’t gestarnt te gaan.
De wyzen kan men best aan hunne schriften kennen.
Zoo ziet men Tacitus en Maro in zyn blaân.
Men hoeft het hooft van Hooft met geen laurier te naadren.
De schoonste praalkrans wordt gevlecht van schrandre blaadren.

Jan Vos (1662), `Den Eed. Gestr. Heer P. Kornelisz. Hooft, Ridder, Drost van Muide, Baljuw van Gooilandt, &c. Door Sandrart geschildert.’ In: Vos, Alle de gedichten I.