Op de Afbeelding van den heere Petrus Francius,
Hoogleeraar in de historien, welsprekentheit en Grieksche tale, in de doorluchtige schole te Amsterdam.
Dus heeft de Schilderkunst ons Francius vertoont:
Maar niet zijn Hemelsch brein; zoo als ’t, met zeelaurieren,
Den grootsten Waterheldt, de Ruiter, heeft gekroont,
En trotsch aan d’ eeuwigheit gewijdt op zijn papieren.
Dit is de Fenix der welsprekentheit aan ’t IJ,
’t Sieraat der eedle Roomsche, en Grieksche Poëzij.
Joan Vermeulen (1739), Arnoud van Halen’s Pan Poëticon Batavûm verheerlijkt, 37.