MENU
Door Michiel Roscam Abbing

Samuel van Hoogstraten

Balanceren tussen pen en penseel

Arnoud van Halen hoefde niet ver te zoeken naar een voorbeeld voor zijn portret van Samuel van Hoogstraten (1627-1678). Hij baseerde zich op de gravure waarop deze zichzelf schrijvend had afgebeeld. Dat portret is te vinden vóór in Van Hoogstratens bekende verhandeling over de schilderkunst. Wie echter die gravure vergelijkt met Van Halens portretje, ziet een belangrijk verschil. Op de gravure is Van Hoogstraten getooid met de gouden ketting en medaille die hij in augustus 1651 in Wenen van de Habsburgse keizer had gekregen. Na in de jaren 1640 bij Rembrandt in de leer te zijn geweest, presenteerde hij zich aan het Weense hof als volleerd schilder door drie stalen van zijn kunst tonen: een portret, een stilleven en een historiestuk. De keizer behield het stilleven en vereerde de schilder met goud. Het verhaal wordt in 1719 uitvoerig verteld door Arnold Houbraken, zelf een leerling van Van Hoogstraten.

Zelfportret, door Samuel van Hoogstraten, 1677 (Rijksmuseum)
Zelfportret, door Samuel van Hoogstraten, 1677 (Rijksmuseum)

Op Van Halens geschilderde portretje ontbreken die ketting en medaille en daarmee de expliciete verwijzing naar Van Hoogstraten als schilder. Het ging Van Halen er kennelijk om Samuel van Hoogstraten alleen als dichter en schrijver te eren.

Goed beschouwd deed Van Halen de geportretteerde op die manier tekort. De schrijfkunst kan bij Samuel van Hoogstraten niet los gezien worden van de schilderkunst. In 1650 houdt Van Hoogstraten zijn lezers voor dat hij overdag Pictura dient, godin van de schilderkunst, en dat de nachtelijke uren bestemd zijn voor Poësis, godin van de dichtkunst. Met schrijven viel geen droog brood te verdienen, en dus kreeg het schilderen voorrang. Maar schijn bedriegt: Poësis stond vaak ten dienste van Pictura. Mensen aan wie Van Hoogstraten zijn gedrukte werk opdroeg, blijken vaak kopers van zijn schilderijen te zijn geweest. Zijn afnemers vond hij geregeld in de culturele en letterkundige kringen waarin hij zelf verkeerde.

Gedurende zijn leven heeft Van Hoogstraten vrijwel alle letterkundige genres beoefend, variërend van vertalingen, toneelstukken en lofdichten tot zijn magnum opus, de lijvige verhandeling over de schilderkunst, die verscheen in het jaar van zijn overlijden. Pictura diende op haar beurt Poësis. Wie destijds een van Van Hoogstratens trompe-l’œil stillevens onder ogen kreeg, had grote kans daarop een geschrift van hemzelf afgebeeld te zien. Maakte de schilder zo reclame voor de schrijver, of ligt het nog ingewikkelder? Hoe dan ook, als geen ander wist Samuel van Hoogstraten zijn beide godinnen op intelligente wijze te verbinden en te verweven, volgens het principe ut pictura poesis (`een gedicht is als een schilderij’). Ook de zelfportretgravure, waarop de schilder zich schrijvend presenteert, getuigt daarvan.

 

Verder lezen

Roscam Abbing, 1993. De schilder en schrijver Samuel van Hoogstraten 1627-1678. Eigentijdse bronnen & oeuvre van gesigneerde schilderijen.

Thissen, 1994. Werk, netwerk en letterwerk van de familie van Hoogstraten in de zeventiende eeuw. Sociaal-economische en sociaal-culturele achtergronden van geletterden in de Republiek (http://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/145899) (met name hoofdstuk V.1)

Roscam Abbing, 2013. `Samuel van Hoogstratens Personal Letter-Rack Paintings: Homages with a Message.’In: Th. Weststeijn (ed.), The Universal Art of Samuel van Hoogstraten (1627-1678), Painter, Writer and Courtier.

Terug naar de artikelen