Ook zonder Latijnse school kon een Amsterdamse koopmanszoon in de zestiende eeuw een origineel en invloedrijk denker worden. Dirck Volckertszoon Coornhert (1522-1590) maakte de politieke en godsdienstige omwentelingen van zijn tijd rechtstreeks mee en reageerde met sterke persoonlijke betrokkenheid. Vermogend was hij niet: hij was onterfd vanwege zijn huwelijk met de twaalf jaar oudere, weinig kapitaalkrachtige Cornelia Simonsdochter. Ziedaar de eerste verklaring voor een van zijn lijfspreuken, “Verkiezen doet verliezen”. De tweede verklaring ligt in Coornherts principiële stellingnames, die hem geduchte vijanden opleverden.
Coornhert groeit katholiek op, maar wantrouwt de rituelen en de pronkzucht van de kerk van Rome. Bij protestantse stromingen vindt hij de waarheid evenmin. Daarom begint hij rond zijn vijfendertigste Latijn te leren. Door de kerkvaders in het origineel te lezen hoopt hij de norm te vinden om kerken en sektes aan te toetsen. Het wordt de basis voor zijn “systeem”, het perfectisme.
Het perfectisme behelst een optimistisch mensbeeld: iedereen kan, met Gods genade, al tijdens het aardse leven naar volmaaktheid klimmen. Kerken, predikanten of priesters zijn niet nodig. Wél nodig is een voortdurende oefening om volgens Gods geboden te leven, met als algemene leidraad de “gouden regel”, ook wel “wet van de natuur” genoemd: behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Wie dat consequent toepast, weet dat hij of zij op de goede weg is en heeft geen theologische haarkloverijen nodig. Het mag niet verbazen dat het vooral de calvinisten zijn geweest, met hun sombere dogma’s van erfzonde en predestinatie, die Coornhert altijd hebben dwarsgezeten en bestreden.
“Weet of rust” is Coornherts tweede lijfspreuk: je moet weten wat je nodig hebt voor de volmaaktheid; al het andere moet je laten rusten. Zijn deugdenleer Zedekunst dat is wellevenskunste (1586) is een handleiding voor verantwoord leven, geschreven in sprankelend Nederlands voor een groot publiek.
Uiterst actueel gebleven is Coornherts principiële verdediging van gewetensvrijheid en religieuze tolerantie: iedereen moet mogen geloven wat hij of zij zelf wil; de overheid mag zich daar niet mee bemoeien. Alleen God kan oordelen over iemands geloof of ongeloof. Mensen zijn feilbaar in hun oordeel en moeten daarom afblijven van andermans geloofsovertuiging.
Coornherts verzameld werk beslaat drie folianten met proza, poëzie en toneelstukken. Uit zijn formuleringen komt een groot stilist naar voren. Hij musiceerde graag en was een virtuoos graveur. Hendrick Goltzius, in de graveertechniek zijn beste leerling, eerde de meester met een beroemd geworden portret.
Verder lezen
Bonger (ed.), 1987. Dirck Volckertsz. Coornhert. Op zoek naar het hoogste goed.
D.V. Coornhert, 2015. Zedekunst, dat is wellevenskunste (1586). Ed. J. Gruppelaar.